Namen (Frans: Namur) was een voormalig graafschap in de Nederlanden, waarvan het
territorium grotendeels samenviel met het huidige Belgische arrondissement Namen
en het noordwestelijke deel van het arrondissement Dinant.
De prehistorie en de Romeinse periode
De stad Namen ontstond hoogstwaarschijnlijk rondom ?de Champeau?, dat is een rotsige
heuvel tussen de Samber en de Maas. In deze omgevingen werden de laatste jaren veel
prehistorische vuurwapens gevonden. Dit gebied was in de Romeinse tijd bewoond door
de stam der Aduatuci (of Atuatici) Uit de kern van deze gouw, de omgeving van de stad
Namen, ontstond het graafschap Namen. Deze stam en hun grondgebied wordt voor het eerst
vermeld in een schriftelijke bron in het midden van de eerste eeuw na Christus door de
alom bekende Romeinse veldheer Julius Caesar. In zijn ?De Bello Gallico? beschreef Caesar
immers hoe hij de verschillende Gallische steden en nederzettingen had veroverd. De
Romeinse legioenen versloegen ook de Aduakaters en hun grondgebied werd (net als de
rest van Gallië) opgenomen in het Romeinse Rijk.
De Merovingische perdiode
In de Merovingische periode vormde het gebied de pagus Lommacensis of Lommegouw.
In de loop van de 10e eeuw ontstaat het Graafschap Namen (met uiteraard de stad
Namen als hoofdstad). De eerste belangrijke graaf was Albert III (1063 ? 1102) die
de voogdij over de abdijen van Stavelot ? Malmédy verwierf. Namen werd tot aan het
begin van de 12e eeuw fel belaagd door zijn machtige buren Brabant, Henegouwen en
Luik. Belangrijke delen van het graafschap werden ingepalmd (de industriestad Dinant
kwam bijvoorbeeld in Luikse handen). Vanaf de 12e eeuw slaagden de graven van Namen
erin deze verliezen min of meer te compenseren. Zo verwierf bijvoorbeeld graaf Godfried
het graafschap Longwy, dankzij zijn huwelijk met Ermesinde van Luxemburg. De laatste
belangrijke figuur uit de eerste grafelijke dynastie was Hendrik I de Blinde (1139 ? 1196).
Hendrik I slaagde erin de graafschappen Durbuy, Laroche en Luxemburg in te palmen.
Na diens dood brak er een felle secessiestrijd uit tussen Boudewijn IV van Henegouwen
en Hendriks dochter Ermesinde. Boudewijn IV verwierf uiteindelijk Namen, terwijl
Ermesinde Luxemburg, Laroche en Durbuy verwierf. De situatie bleef min of meer stabiel
tot 1263. In dat jaar verkocht de toenmalige graaf van Namen, Boudewijn van Courtenay,
zijn graafschap aan de graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre. Het huis van Dampierre
zou regeren tot 1421, toen de graaf van Vlaanderen op zijn beurt het graafschap Namen
doorverkocht aan de Bourgondische hertog Filips de Goede.
De Bourgondische en Habsburgse periode
Nadat het graafschap Namen werd opgekocht door Filips de Goede werd het geïntegreerd
in een vast territoriaal en politiek geheel, dat de Zuidelijke Nederlanden werd genoemd.
Vanaf de 15e eeuw werden de Zuidelijke Nederlanden (met daarin dus het graafschap Namen)
geregeerd door het huis van Habsburg. Onder de regering van de Habsburgers zou het militaire
belang van de stad Namen sterk groeien. De Bourgondiërs en Habsburgers versterken de stad,
geven ze nieuwe vestigingsmuren, ? . In de loop van de 16e en de 17e eeuw zou de stad
uitgroeien tot één van de meest begeerde militaire vestigingen van Europa. De stad werd
dan ook herhaaldelijk belegerd.
In 1790 was het Graafschap Namen één van de stichters van de Verenigde Nederlandse Staten.
De Spaanse periode
Tijdens de Spaanse periode (16e en 17e eeuw) verkreeg Namen een bisschopszetel. De
Spaanse vorst Filips II wou van Namen een katholiek bastion maken die als dam fungeerde
tegen het opkomende Calvinisme. Daarom verplichtte hij ook enkele religieuze orden om naar
Namen te verhuizen. Bijgevolg kreeg de stad een specifiek katholiek karakter. Verder slaagde
Filips II erin om de citadel aanzienlijk te versterken. In 1577 stuurt Filips II Don Juan
van Oostenrijk als nieuwe gouverneur naar de Nederlanden. Hij zal in Namen Margriet van
Valois (de zus van de Franse koning) ontvangen en zal er een in haar eer prachtig feest organiseren.
Woelige tijden en verschillende overheersers
Namen kende vooral een militaire geschiedenis. Na de Spaanse periode werd de strategisch
belangrijke stad herhaaldelijk belegerd. In 1692 namen de troepen van Lodewijk XIV van
Frankrijk, na een lange en felle belegering, de stad in. Lodewijk en zijn legendarische
militaire ingenieur Vauban wonen de belegering persoonlijk bij. Na de inname zou Vauban
de citadel verbouwen tot de grootste van Europa. Lang zou de Franse overheersing echter
niet duren. Drie jaar later, in 1695 nam Willem van Oranje Namen in. Ook de Nederlandse
overheersing zou niet zo lang duren. Door het verdrag van Utrecht van 1713 kwamen de
Zuidelijke Nederlanden onder het gezag van het Oostenrijkse huis van Habsburg. Hoewel
De Oostenrijkers over de stad regeerden, bleef de militair belangrijke citadel in handen
van de Nederlanders. Onder het Oostenrijkse bewind keerde de rust terug in de Nederlanden.
De Franse revolutionairen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
In 1794 nam het revolutionaire Frankrijk Namen in. Er werd prompt een repressief
revolutionair regime ingevoerd. Namen ging op in het departement van Samber en Maas.
De Franse overheersing werd abrupt beëindigd met de nederlaag van Napoleon Bonaparte
in Waterloo. In het Congres van Wenen dat daarop volgde werden de Zuidelijke en de
Noordelijke Nederlanden samengevoegd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In
deze periode werd de citadel nogmaals herbouwd en kreeg ze min of meer haar huidige
aanzicht. Lang zou het Koninkrijk echter niet stand houden. In 1831 brak de Belgische
revolutie uit en scheurde het onafhankelijke België zich af van Nederland. Het spreekt
uiteraard voor zich dat het militaire bastion Namen een doorslaggevende rol heeft gespeeld in de gevechten.
Economische activiteiten
De economische activiteiten in het graafschap Namen waren van uiteenlopende aard.
Naast druiventeelt in de riviervalleien bracht de landbouw vlas voort, dat aan de
basis lag van de lakennijverheid. Klei vormde de grondstof voor de keramiekproductie
en voor het maken van gietvormen voor de zgn. dinanderie, de algemenen benaming voor
geelkoperen (messing) kunstvoorwerpen als lessenaars, kandelaars, vaatwerk e.d.
De metaalindustrie was overigens erg belangrijk: in de 16e eeuw was het bekken van de Maas
(Dinant, Bouvignes, Namen, maar ook Hoei en Luik) het voornaamste centrum van metallurgie
in de Zuidelijke Nederlanden. Langs de oevers van de Maas werd ook kalksteen ontgonnen en geëxporteerd.
Dynastie
Huis Namen (981-1190)
Huis Vlaanderen-Henegouwen (1190-1216)
Huis Courtenay (1216-1256)
Huis Luxemburg (1256-1298)
Huis Dampierre (1298-1429)
Huis Bourgondië (1429-1482)
Huis Habsburg - Spaanse lijn (1482-1713)
Huis Habsburg - Oostenrijkse lijn (1713-1795)
Kijk voor meer informatie bij de .
Graven en Markgraven
Graaf |
Periode |
Relatie |
Opmerkingen: |
HUIS NAMEN |
|
907 - 937 |
- |
graaf van de Lommegouw |
? |
937 - 946 |
|
|
946 - 974 |
- |
graaf van de Lommegouw |
? |
974 - 981 |
|
|
981 - 1011 |
zoon |
eerste die de titel graaf van Namen droeg |
? |
1011 - 1013 |
|
|
1013 - 1031 |
zoon |
|
1031 - 1063 |
broer |
|
1063 - 1102 |
zoon |
|
1102 - 1139 |
zoon |
|
1139 - 1190 |
zoon |
HUIS VLAANDEREN-HENEGOUWEN |
|
1190 - 1195 |
neef |
|
1195 - 1212 |
zoon |
noemde zich vanaf 1199 markgraaf |
|
1212 - 1216 |
zus |
HUIS COURTENAY |
|
1216 - 1226 |
zoon |
|
1226 - 1229 |
broer |
|
1229 - 1237 |
zus |
|
1237 - 1256 |
broer |
HUIS LUXEMBURG |
|
1256 - 1263 |
- |
+
|
1263 - 1298 |
dochter echtgenoot |
HUIS DAMPIERRE |
|
1298 - 1330 |
zoon |
|
1330 - 1335 |
broer |
|
1335 - 1336 |
broer |
|
1336 - 1337 |
broer |
|
1337 - 1391 |
broer |
|
1391 - 1418 |
zoon |
|
1418 - 1429 |
broer |
hij verkocht het markgraafschap aan hertog Filips van Bourgondië |
|