Het synclinorium van Namen (ook wel synclinale van Namen of syncline van Namen) is
een tektonische eenheid in de Belgische Ardennen, die bestaat uit een synclinorium
(opeenvolging van synclinale plooien) in gesteenten uit het Carboon (359 - 299 Ma).
Deze gesteenten zijn bekend vanwege het feit dat ze veel steenkoollagen bevatten.
Ligging en dagzomen
Het synclinorium van Namen wordt aan de noordkant begrensd door de Faille du Midi, een
grote overschuiving. Langs deze overschuiving is het noordwaarts over het Massief van
Brabant geschoven. In het zuiden ligt het synclinorium tegen het synclinorium van Dinant
aan. De twee synclinoria worden van elkaar gescheiden door de Condroz zone. Deze gehele
tektonische opeenvolging in de sokkelgesteenten is ontstaan tijdens de Hercynische
gebergtevorming aan het einde van het Carboon.
Het synclinorium vormt een langgerekte structuur op de kaart, die ongeveer vanaf Bergen
over Namen en Luik naar Aken loopt. Vanaf Charleroi tot aan Luik dagzoomt het als een
lange band. In Nederlands Zuid-Limburg en aangrenzend Duitsland is het echter afgedekt
door jongere gesteenten uit het Krijt. De Nederlandse steenkoolmijnen gaan daarom meestal
dieper dan die in België.
Gesteenten
Het synclinorium van Namen bevat gesteenten die in het Devoon en Carboon zijn afgezet in
een piggyback bekken ten noorden van het omhoogkomende Hercynische gebergte. Dit zijn
zandstenen (soms tot kwartsiet gemetamorfoseerd) en micaschisten, waarop een pakket zeer
donkere kalksteen volgt. Door het langzaam vormen van de overschuivingen werd gedurende
het Devoon en Carboon het afzettingsmilieu steeds ondieper. In het Westfalien (313 - 304
Ma, Boven-Carboon) wordt veen (plantenresten) en zandsteen afgezet, wat erop wijst dat het
bekken boven de zeespiegel was gekomen.
Aan het einde van het Carboon wordt het bekken tot een nauwe syncline samengedrukt. Het
synclinorium van Dinant schuift over dat van Namen heen, waardoor de gesteenten een grote
diepte bereiken. De druk en temperatuur zijn dan hoog genoeg om steenkool te laten ontstaan.
Door een combinatie van tektonische opheffing en peneplain-erosie zijn de gesteenten van het
synclinorium van Namen gedurende het Tertiair en Kwartair weer aan het oppervlakte komen te liggen.
|